Het pensioenrecht in Nederland is een eigen rechtsgebied met vele specifieke voorschriften. Er is een groot aantal bijzonder pensioenwetten met de kern de Pensioenwet, en de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Denk echter ook aan de Wet FVP en de Wet Verevening pensioenrechten bij scheiding. Maar voor het tot stand komen en de uitvoering van de pensioenregeling is ook de algemene wetgeving relevant. Zo zijn relevant verbintenissenrecht voor het tot stand komen van overeenkomsten (boek 3 en 6 BW), het verzekeringsrecht (titel 7.17 BW), het arbeidsrecht (titel 7.10 BW) en het CAO-recht (Wet CAO) het rechtspersonenrecht (boek 2 BW) en verder onder meer de Wet op het financieel toezicht, de Wet medische keuringen, alsmede gelijke behandelingswetgeving en sociale zekerheidswetgeving. Al die wetten in onderlinge samenhang maken het Pensioenrecht complex en uitdagend. Het maakt het pensioenrecht tot een rechtsgebied dat er niet even 'bij' gedaan kan worden. Zelfstandige en professionele bestudering is noodzakelijk.
Inzicht in en kennis van het pensioenrecht zijn onontbeerlijk bij het oplossen van pensioenvraagstukken. De bij een pensioenregeling betrokken financiële en maatschappelijke belangen vragen om actuele kennis van het pensioenrecht op hoog niveau. Daarbij gaat het om de belangen van alle betrokkenen, dus zowel de werkgever, de werknemer, alsmede pensioenuitvoerders en overige ingeschakelde uitvoeringsorganisaties. De pensioenwereld wordt geconfronteerd met veel nieuwe wetgeving zowel civiel als fiscaal en zowel nationaal als internationaal, nieuwe beleidsregels, een overvloed aan rechtspraak, alsmede sturing door de toezichthouders, De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Heel belangrijk in dit verband is de Pensioenwet, die in 2007 de Pensioen- en spaarfondsenwet heeft vervangen. De voor werknemers zo belangrijkepensioenregeling dient ter voorkoming van onnodige aansprakelijkheid een juridische en fiscale juiste opzet te hebben en informatieverplichtingen dienen op juiste wijze te worden nagekomen. Het door een foutieve opzet vestigen van verkeerde verwachtingen ten aanzien van de pensioenaanspraken is vaak een kostbare aangelegenheid.
De Algemene Ouderdomswet geeft recht op ouderdomspensioen bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.
De Algemene Weduwen- en Wezenwet geeft recht op pensioen aan weduwen en weduwnaars van wie de echtgenoot op de dag van overlijden verzekerd was. Ook kent de wet een wezenpensioen voor het kind van wie beide ouders zijn overleden (ANW).
In de Wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding is geregeld dat echtgenoten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed allebei recht hebben op een deel van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Er is echter wel een ondergrens; kleine pensioenen worden niet verdeeld.
In Nederland, evenals in de meeste Europese landen, bestaat het pensioenstelsel uit drie pijlers (pijlerstelsel).
De eerste pijler is een basispensioen, gewoonlijk door de staat geregeld en gewoonlijk gefinancierd door middel van een omslagstelsel (AOW). Deze pijler heeft als doel ten minste een basisvoorziening te scheppen waarmee armoede onder ouderen wordt voorkomen. De eerste pijler, de AOW, wordt opgebouwd uit rechten die men verkrijgt voor elk jaar dat men vanaf het 15-de tot het 65-ste levensjaar in Nederland verblijft. Men hoeft dus niet werkzaam te zijn. Elk jaar wordt dus 1/50ste (2%) van de maximaal te halen AOW opgebouwd.
De tweede pijler bestaat uit pensioenrechten, dit zijn rechten die werknemers tijdens hun werkzame leven opbouwen. Dit is wat in de volksmond 'het pensioen' wordt genoemd.De premie wordt betaald door werknemer en werkgever samen. Pensioen is een secundaire arbeidsvoorwaarde (uitgesteld loon) waarbinnen een aanvullend pensioen wordt opgebouwd (aanvullend op de AOW), meestal tot de fiscaal toegestane grens. Pensioen in de tweede pijler wordt dus altijd opgebouwd in de relatie werkgever-werknemer.
De derde pijler is vrijwillig, alle inkomensvoorzieningen die mensen zelf treffen vallen hieronder zoals lijfrente, levensverzekeringen en inkomsten uit eigen vermogen. Meestal gaat het om commerciële spaarproducten, met of zonder verzekeringselement, met fiscale concessies en beperkingen. Zelfstandigen en ondernemers zijn volledig aangewezen op pensioenopbouw in de derde pijler. In deze pijler zijn alle pensioenen kapitaal gedekt en georganiseerd via het beschikbare premiesysteem.
Samen naar een oplossing
Dientengevolge kunnen op het gebied van pensioenrecht tussen partijen tal van problemen en/of verschillende denkwijzen ontstaan. Omdat pensioenrecht überhaupt een uiterst gecompliceerd onderwerp is kunt u wellicht beter direct contact met één van onze pensioenrechtspecialisten opnemen of u kunt eerst kosteloos via ons probleemformulier laten beoordelen in hoeverre wij u verder kunnen helpen.
Het Wetsbureau weet de weg in de regels van het pensioenrecht en staat u bij, adviseert en begeleidt u bij alle problemen betreffende het pensioenrecht. Op alle vlakken kunnen wij u -doormiddel van rechtskennis en jarenlange ervaring- optimaal en deskundig van dienst zijn. Waar nodig staan we u bij in de procedure voor de rechtbank (kantonrechter), maar lang niet alle zaken dienen bij de rechtbank ‘voor te komen’. Voorkomen is beter dan genezen, ook hierin.
Het Wetsbureau biedt u dan ook de mogelijkheid om tegen lage en betaalbare tarieven te profiteren van volledig optimale juridische ondersteuning.
Als u een vraag hebt over pensioenrecht, aarzel dan niet om ons te bellen of om ons probleemformulier in te vullen. Wij bieden onze cliënten specialisten op het gebied van pensioenrecht, welke u professioneel terzijde staan bij al uw vraagstukken. Onze pensioenrechtspecialisten leggen u in begrijpelijke taal uit wat uw rechten én wat uw plichten zijn, wat u te wachten staat en welke stappen u het beste kunt nemen in uw kwestie/positie. Samen met u zoeken wij naar de beste oplossing. Het Wetsbureau geeft helder en concreet advies. Geen lange en onbegrijpelijke juridische verhalen over pensioenrecht waar u niks mee kunt.
Uw belang staat te allen tijde voorop!